Er wordt heel veel over prefab gepraat, maar nog niet zoveel gerealiseerd’, vindt Wim Janssen van woningcorporatie Oosterpoort. Bij wijze van proef zette Oosterpoort in 12 dagen samen met Klokgroep in Overasselt 4 sociale huurwoningen neer en 8 betaalbare koopwoningen, alle met een houten skelet. ‘Nadelen aan prefab? Die zijn er eigenlijk niet.’
Die lage kosten zijn lang niet het enige voordeel, zegt projectleider Wim Janssen. ‘Omdat het bouwen maar een paar dagen duurt, heeft de omgeving veel minder last van lawaai. Ook de stikstofuitstoot is door het beperkte aantal vervoersbewegingen veel lager. En over duurzaamheid gesproken: al dat hout van het frame, de gevels en de vloeren heeft als boom veel CO2 opgeslagen. Dat zit nu in de woning.’ ‘Het zijn volwaardige woningen die voldoen aan het Bouwbesluit. Ze kunnen er 100 jaar staan’
De bouwkwaliteit van prefab is volgens Janssen hoog, omdat alles onder gecontroleerde omstandigheden in de fabriek wordt gemaakt. ‘Bij traditionele bouw heb je ook nog dat er vaak heel wat regenwater is gevallen voordat het dak erop zit. Dat moet er allemaal weer uitdampen.’ Van Duijnhoven noemt de recyclebaarheid van prefab houtskeletbouw. ‘Het zijn allemaal droge verbindingen. Je kunt alles makkelijk uit elkaar halen en verplaatsen. Tegelijkertijd zijn het volwaardige woningen die voldoen aan het Bouwbesluit. Ze kunnen er 100 jaar staan.’
Nadelen aan prefab met houtskeletbouw zijn er eigenlijk nauwelijks, vinden beiden. Of het moest zijn dat het bij zonneschijn met al dat hout sneller warm wordt dan met een betonnen constructie, zegt Van Duijnhoven. Janssen noemt het gebrek aan variatie als mogelijk nadeel: ‘Mensen kunnen hooguit een ander kleurtje op de muren kiezen, maar daarmee houdt het wel op.’
‘Er zijn meer prefab-vormen nodig om de aantallen woningen te realiseren die we willen realiseren. Van beton bijvoorbeeld. Of riet’
Prefab, traditioneel of mixen
Is prefab houtskeletbouw dé manier om het woningtekort aan te pakken? ‘We gaan veel meer prefab fabriceren, dat is onontkoombaar’, zegt Van Duijnhoven. ‘Maar dat hoeft niet per se houtskeletbouw te zijn. Ik denk dat er meer prefab-vormen nodig zijn om de aantallen woningen te realiseren die we nodig hebben. Dat zou bijvoorbeeld beton kunnen zijn, of misschien wel riet.’
Prefab is niet dé manier, maar een van de, denkt Janssen. ‘Als de prijs belangrijk is, zoals bij sociale-huurwoningen, dan is prefab wel een mooie oplossing. Maar koopwoningen en appartementen zijn een ander verhaal. Onder kopers is er wel een groep die interesse heeft in houtskeletbouw, maar die is een stuk kleiner dan de groep die liever in traditioneel gebouwde woningen woont. Die zullen we dus het meest blijven bouwen. Daarnaast zie je ook steeds meer een mix van traditioneel en prefab, in allerlei tussenvormen.’
Bron: Aedes